Interview met een reclasseringsambtenaar

Ik ben opgevoed in een christelijk milieu en in een 'duidelijke tijd'. Een tijd wel te verstaan waarin er geen misverstanden bestonden over goed en kwaad: er was een goede en een slechte wereld en dito mensen. Wijzelf behoorden tot de goeden, en de slechte mensen zaten in de gevangenis of hoorden daar te zitten.

In diezelfde 'duidelijke tijd' werd niet over seksualiteit gesproken. Wel werd er gewaarschuwd tegen kinderlokkers, mannen met snoepjes; dat moesten dus wel slechte mannen zijn. Zolang je niet wordt gehinderd door enige kennis van zaken is het eenvoudig om de opvattingen van thuis over te nemen en er een uitgesproken mening op na te houden over bijvoorbeeld homo- of pedofielen. Zolang je er niet mee wordt geconfronteerd blijft die mening zo bestaan. Wanneer je echter een homo- of pedofiel ontmoet, dan blijkt zo iemand een gewoon mens te zijn, die nog aardig is ook.

bron: 'Interview met een reclasseringsambtenaar'; OK Magazine, nummer 30; april 1991