Studiedag jongerenseks en zedenwetten
[Peter v]an Eeten schetste welke invulling de begrippen kind en seksualiteit in onze cultuur hebben gekregen en komt op basis van zeer uiteenlopend onderzoek van de laatste decennia tot de conclusie dat kinderen in veel meer opzichten op volwassenen lijken dan doorgaans wordt aangenomen. "Er zijn geen goede gronden om hen heel anders te behandelen dan volwassenen. De meeste wetenschappers weten dat wel, maar ze zijn bang dat te erkennen, omdat de maatschappelijke consequenties ervan vergaand zijn", aldus Van Eeten. [...]
Veel chronische en psychische klachten bleken, aldus van Eeten, die daar in de jaren tachtig zelf ook onderzoek naar deed, inderdaad gerelateerd te zijn aan traumatische seksuele ervaringen in de jeugd of op latere leeftijd. Maar gerelateerd wil niet zeggen veroorzaakt. De psychische problemen die iemand vroeger had als gevolg van masturberen vinden niet hun oorzaak in de masturbatie zelf, maar hebben natuurlijk wel een relatie met masturbatie. Vanaf de jaren tachtig is bij het zoeken naar ernst en oorzaken van negatieve seksuele ervaringen aan seksualiteit weer geleidelijk aan een negatief label gaan kleven. Van een vrije, open gedachtewisseling was steeds minder sprake. Met name gold dit voor seksualiteit die niet inpasbaar was in de vakjes van het 'normale'. De seksuele ontwikkeling van kinderen alsook seks tussen volwassenen en kinderen en jongeren werden taboethema's. Sindsdien is het kind bij het spreken over seks een passief onderwerp van bescherming, zeker in geval van seksueel contact met volwassenen. Wat kinderen feitelijk beleven en hoe ze dat ervaren blijft in het verborgene. [...]
Ook een negatieve seksuele opvoeding speelt een rol: als een kind denkt dat belangstelling voor seks fout is, zal het eerder negatief denken over seks. [...] Van Eeten trekt de conclusie: "Niet het seksuele als zodanig veroorzaakt een negatieve beleving, en mogelijk ernstige schade, maar de samenloop van een bepaalde (meer ingrijpende) vorm van seksueel contact met een negatieve uitgangssituatie". Dit laatste wordt in het beleid van kinderen en jongeren nooit meegewogen. [...]
Van Eeten meende dat de 'beschermingsmaatregelen' van de minister [Benk Korthals] een achterhoedegevecht zijn waarvan de slecht gefundeerde basis alsook de nadelen snel duidelijk zullen worden. "De wetten zullen niet te handhaven zijn, al was het maar omdat - zoals ook al uit onderzoek van het Verwey-Joncker [Jonker] Instituut duidelijk is geworden - jongeren zich niet laten zeggen hoe ze zich seksueel te gedragen hebben. Een verbod op seksualiteit met elkaar en met volwassenen leggen ze naast zich neer. Maar ook de zelfstandigheid van jongeren laat zich steeds minder ontkennen. De maatregelen die nu afgekondigd lijken te worden mogen een stap terug lijken, maar de maatschappelijke en psychologische ontwikkelingen naar een meer zelfstandige jeugd laten zich niet tegenhouden. Ook niet op het gebied van seks met mensen die ouder zijn dan zij zelf."
bron: Artikel 'Studiedag jongerenseks en zedenwetten' door John Luteijs; De Nieuwe Sekstant; najaar 2000